Op zoek naar een camper… of toch een caravan?

Waarom we een camper wilden

Omdat onze kinderen nog jong zijn en veel baat hebben bij ritme, structuur en een eigen plekje, wilden we graag een camper. Hoe fijn is het om altijd je huisje bij je te hebben? Een bedje voor dutjestijd, altijd eten en drinken bij de hand, en nergens gedoe met lange autoritten waarin iedereen tegelijk moe, hongerig of overprikkeld is.

Met een camper kun je heerlijk op avontuur door Europa zonder dat iemand een rustmoment hoeft te missen. Zij blij, wij blij 😉

De zoektocht begint (en de prijzen vallen tegen…)

Dus: op zoek naar die camper!
Maar al snel kwamen we erachter dat campers behoorlijk prijzig zijn. Ze gaan van ongeveer €5.000 voor een echte rammelbak tot wel €150.000 voor een luxe exemplaar. Nou… dat staat niet op onze planning.

Wij zochten dus in de schappelijkere prijsklasse. Maar als je een betaalbare camper zoekt, kom je al snel terecht bij een oud beestje. En dan is het handig om te weten waar je op moet letten.

Waar let je op bij een oudere camper?

Het allerbelangrijkste punt: roest.
Daar gaan veel mensen de mist mee in. Even goed kijken en voelen bij de wielkasten, dorpels en het chassis kan je echt een hoop ellende besparen. Diepe roestplekken zijn bijna altijd duur om te herstellen.

De motor is het volgende grote aandachtspunt. Een koude start vertelt veel. Slaat de motor soepel aan? Loopt hij rustig? Is er een onderhoudsboekje waarin je kunt zien wanneer bijvoorbeeld de distributieriem is vervangen?
Een oudere motor kan hartstikke lang meegaan, maar alleen als hij goed is verzorgd.

Dan heb je nog vocht in de opbouw. Vochtplekken, zachte vloerdelen of een muffe geur wijzen vaak op lekkage. Dat soort schade zit meestal diep in de constructie en is lastig én duur om te repareren.

Ook de veiligheid mag niet worden vergeten: banden, remmen, schokdempers… Veel campers hebben lang stilgestaan, waardoor deze onderdelen ongemerkt kunnen slijten.

En dan nog iets waar veel mensen pas later achter komen: het gewicht. Zeker met een gezin zit je sneller aan het maximale laadvermogen dan je denkt. Met een B-rijbewijs mag je maximaal 3500 kilo rijden — inclusief inzittenden. Dat is sneller bereikt dan je zou verwachten.

Waarom het voor ons toch geen camper werd

We hebben campers bekeken tussen de vijf- en twintigduizend euro. En hoewel er soms echt leuke exemplaren tussen zaten, moesten we steeds concluderen dat er te veel sleutelwerk nodig was om ze veilig en betrouwbaar te maken.

Daar kwam nog bij dat de wegenbelasting voor campers vanaf januari 2026 fors omhooggaat: je gaat dan 50% betalen van wat een normale auto kost. Voor ons werd het totaalplaatje daardoor gewoon te duur.

Misschien is een oudere camper ideaal als je handig bent of het leuk vindt om te knutselen, maar bij ons gezin past dat nu niet.

Dus… het wordt tóch een caravan! 😊

Benieuwd hoe we die hebben uitgekozen?

Daar vertel ik je alles over in ons volgende blog → (link)